Het College over de WMO:
Niet lang balen, maar de hulp verschralen
De groep hulpbehoevende burgers die gebruikmaken van huishoudelijke verzorging gaat de rekening betalen voor de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) in ons dorp. Volgens de beleidsnota Niet alleen balen, maar zelf mee bepalen wil de gemeente Sittard-Geleen voorkomen dat er een tekort van drie miljoen euro ontstaat door bij de herindicatie strengere normen te hanteren dan tot nu toe gebruikelijk was. Daardoor zullen minder mensen recht krijgen op huishoudelijke verzorging en zullen bovendien het aantal uren en de kwaliteit van de huishoudelijke hulp in veel gevallen verminderen. De gemeente wil daarnaast flink bezuinigen op de individuele verstrekkingen van hulpmiddelen zoals vervoer en voorzieningen in de woning.
Bij de invoering van de WMO heeft het rijk een financieringssysteem bedacht dat nadelig is voor de gemeente. In de beleidsnota staat letterlijk: “Het budget is verminderd omdat in Sittard-Geleen sprake is van meergebruik ten opzichte van het landelijke gemiddelde, ook als dat gecorrigeerd wordt voor de demografische omstandigheden. Naar de oorzaken van dit meergebruik, dat al bestond toen de
huishoudelijke verzorging nog een AWBZ-aangelegenheid was, kunnen we slechts gissen. Wij gaan er echter vooralsnog van uit dat het indicatieorgaan, het zorgkantoor en de thuiszorgorganisaties de belangen van de Sittard-Geleense hulpbehoevende burgers goed hebben behartigd bij respectievelijk de zorgtoekenning, de financiering en de uitvoering van de zorg.”
Oftewel: de gemeente heeft niet onderzocht waarom er in ons dorp meer gebruik wordt gemaakt van huishoudelijke hulp, maar gaat er gemakshalve maar vanuit dat de hulpbehoevende burgers vroeger meer gekregen hebben dan eigenlijk nodig is. Die houding maakt het een stuk gemakkelijker om de financiĆ«le problemen op te lossen: “De individuele verstrekkingen Wmo worden hervormd in het kader van het slechte financiĆ«le perspectief. De operatie herindicatie (zie elders) wordt mede gebruikt om het meergebruik hulp bij het huishouden terug te dringen tot het landelijke niveau.”
Het College van B&W vindt dus dat de hulpbehoevende burgers de rekening voor de invoering van de WMO maar moeten betalen. Dat lijkt ons niet helemaal in lijn met de afspraak die de coalitiepartijen in het voorjaar van 2006 hebben gemaakt: “In het kader van de Wmo is het streven dat het huidige voorzieningenniveau en de kwaliteit voor de op zorg en welzijn aangewezen doelgroepen niet verschraalt.” In december weten we hoe serieus we die afspraken moeten nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten