1. De ongezonde financiële toestand van de gemeente verlamt de mogelijkheden
om slagvaardig de lopende dossiers tot een goed einde te brengen; de komende
uitdagingen en nieuwe initiatieven lijken weinig perspectief te hebben.
2. Het bestuurlijk/politieke imago van de gemeente wordt als uitgesproken negatief
ervaren.
3. Alle politieke partijen zijn ontevreden over de politieke en bestuurlijke situatie.
4. De coalitie berust niet of nauwelijks op een raadsmeerderheid.
5. Het wordt unaniem als onverteerbaar beschouwd dat de twee grootste partijen
niet gezamenlijk tot de coalitie behoren.
6. Vaak wordt contrair tegen voorstellen gestemd omdat ze van het andere
conglomeraat komen; er wordt niet op inhoud, maar op afkomst
geoordeeld/gestemd.
7. Er blijkt onnodig veel, ongenuanceerd en heftig op de persoon te worden
gespeeld.
8. ‘Oud zeer’ belemmert een open en een in het algemeen belang op de
toekomstgerichte discussie.
9. Er bestaat een, als remmend ervaren, dominantie van één partij.
10. Zulks geldt ook in het college.
11. Er heerst weinig bereidheid elkaar een succes te gunnen.
12. De ambtelijke organisatie ondervindt de gevolgen van te directe aansturing door
(de) wethouders en kan daardoor moeilijk in zijn professionele positie komen.
13. De griffier wordt als plezierig ervaren (klantvriendelijk), echter kan aan kracht
winnen door meer zakelijkheid en nauwkeurigheid.
Geef een reactie